Status en vernietigingstermijn papieren versie bestemmingsplannen vanaf 1 jan 2010

Vastgestelde bestemmingsplannen komen voor bewaring in aanmerking. Tot 1 januari 2010 was dit voor de uiterlijke vorm (papier) een duidelijk verhaal. Ook het Besluit Ruimtelijke Ordening is hier in artikel 8.1.1. lid 2 duidelijk over. Bij inhoudelijk verschil is de papieren versie leidend. Na wijziging van het BRO in sept 2010 verandert dit voor de bestemmingsplannen vanaf 1 jan 2010 en roept daarmee een aantal vragen op. Het Besluit Ruimtelijke Ordening geeft in artikel 1.2.3. lid 1 aan dat er naast het elektronisch exemplaar tevens een papieren versie wordt gemaakt maar verzuimt de functie hiervan toe te lichten. Vervolgens wordt in lid 2 gesteld dat bij inhoudelijke afwijking de digitale versie beslissend is. Hier begint de verwarring waar na veel rondvragen geen sluitend antwoord kan worden gegeven. Vandaar de reden deze vraag eens aan de Breed collega's voor te leggen.

  1. Waarom? Wanneer bij inhoudelijk verschil de digitale versie leidend blijft, welke toegevoegde waarde wil het BRO dan aan de papieren versie toekennen?
  2. Stel, zoals in de meeste gevallen, dat de gemeente nog niet voorziet in een geborgde digitale omgeving. Dan kan de papieren versie als vangnet dienen, maar is dit ook de achterliggende gedachte van het besluit? Zo ja, waarom wordt deze status dan nergens toegelicht in het besluit, ook niet in de memorie van toelichting. En hoe betrouwbaar is het digitale plan dan nog in een dergelijke niet geborgde omgeving. De site ruimtelijkeplannen.nl heeft immers geen archieffunctie.
  3. Indien een gemeente wel digitaal werkt overeenkomstig de wettelijke bepalingen, heeft het dan nog zin om een papieren versie op te maken, en ook hier weer, waarom? En wanneer dat niet plaatsvindt, is deze gemeente dan in overtreding van artikel 1.2.3. lid 1 van het BRO?
  4. Stel dat de achterliggende bedoeling is om de papieren versie voor inzage te gebruiken. En daar wordt op onderdelen bezwaar gemaakt die afwijkt van de digitale versie (leidend), is dat bezwaar dan ontvankelijk? Zijn hier al ervaringen mee opgedaan?
  5. En wat is de bewaartermijn van deze papieren versies? De selectielijst zegt alleen maar iets over de vastgestelde plannen zelf en niets over de in artikel 1.2.3 voorschreven papieren versie. Dan ook maar bewaren??

Persoonlijk ben ik van mening dat deze eventueel kunnen meeliften met categorie 3.06.01.01  Structuur-, bestemmings- en andere plaatselijk plannen: - Voorbereiding (waaronder zienswijzen)  20 jaar. Maar het zou evengoed een korter termijn kunnen zijn. Het gaat hier wat mij betreft om de kwaliteit van het argument. Bij voorkeur op basis van wet- regelgving of jurisprudentie.

Vooralsnog volg ik de lijn om de papieren versies minimaal te bewaren tot het moment dat de betreffende gemeente over een geborgde omgeving beschikt, tenzij wet- en regelgeving meer duidelijkheid schept in de status van deze papieren versies om hiervan af te wijken.

Wie heeft met een of meerde van deze vragen al te maken gehad en/of een oplossing gevonden?

Weergaven: 325

Berichten in deze discussie

Zeer terechte vragen Marius. Ik kom in de dagelijkse praktijk veel tegen dat gemeenten de bestemmingsplannen alleen maar op ruimtelijkeplannen.nl plaatsen en niet opnemen in hun DMS, RMA of zaaksysteem. De afdelingen RO vinden plaatsing op ruimtelijkeplannen.nl vaak afdoende, zij hebben hun werk gedaan en denken dat de archivering binnen de landelijke voorziening gebeurt. "Dat zal toch wel geregeld zijn...." is een veel gehoorde uitspraak. Ook veel DIV-medewerkers denken dat overigens is ons gebleken in trajecten waarbij wij de KPI's hebben ingevuld. Een papieren exemplaar wordt regelmatig achterwege gelaten en als die er al is, dan vaak niet gewaarmerkt, maar wordt door DIV vaak nog wel beschouwd als "het origineel" en derhalve ook permanent bewaard.

Ik ben dus erg benieuwd naar de reacties!

RSS

© 2024   Gemaakt door Marco Klerks.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden