Schriftelijke ter inzagelegging digitale aanvragen omgevingsvergunning wettelijk verplicht?

We ontvangen steeds meer (ca. 70%) digitale aanvragen omgevingsvergunning. Deze aanvragen worden geheel digitaal behandeld. Het besluit wordt digitaal verzonden. De zaak wordt digitaal gearchiveerd. Toch wil men de aanvragen schriftelijk (geprint) ter inzageleggen. Is dit wettelijk verplicht?

Weergaven: 2079

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

hoi Marian,

De juridische grondslag is volgens mij bepaald in de Algemene Wet Bestuursrecht:

Artikel 3:41
  • 1. De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager.

  • en ook:

Artikel 3:42

  • 2. De bekendmaking van besluiten van een niet tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Elektronische bekendmaking vindt uitsluitend plaats in een van overheidswege uitgegeven blad, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald

 

 

Meer informatie is ook te vinden op de website van de VNG link

Hallo Yvonne

Jij hebt het over bekendmaking van besluiten. Ik heb het echter over de ter inzagelegging van de daarbij behorende stukken stukken bij de gemeente. En dan specifiek over de stukken bij die bij de aanvraag horen.


Yvonne Welings zei:

hoi Marian,

De juridische grondslag is volgens mij bepaald in de Algemene Wet Bestuursrecht:

Artikel 3:41
  • 1. De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager.

  • en ook:

Artikel 3:42

  • 2. De bekendmaking van besluiten van een niet tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Elektronische bekendmaking vindt uitsluitend plaats in een van overheidswege uitgegeven blad, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald

 

 

Zie website VNG:

  • Voor de kennisgeving van de aanvraag van een bouwvergunning lijkt hetzelfde te gelden als voor de bekendmaking van beleidsregels en aanwijzingsbesluiten.

Aanvraag en besluit worden bekendgemaakt op de daarvoor bestemde plaatsen, op papier en digitaal. Moeten de bijbehorende stukken ook altijd op papier ter inzage liggen? Dat is de vraag. Ik kan er niets over vinden. Alleen wat en waar het ter inzage moet liggen, niet hoe. Alleen bij de Wro lijkt het erop dat beide moet.

Marian, ik zou bij je eigen jurist te rade gaan met deze bagage. Mocht deze je niet kunnen helpen, dan is de gang naar de VNG de meest logische.

Er is een aparte commissie voor dit soort zaken.

Het mag duidelijk zijn dat ik geen jurist ben, maar slechts archivaris.

Ben geen jurist, maar volgens mij is het niet wettelijk geregeld.

De manier waarop je informatie toegankelijk maakt zou in dit geval niet moeten uitmaken. Het gaat er om dat klanten het ter inzage gelegen stuk kunnen inzien. Digitale of papieren versie moet dus naar mijn mening niet  uitmaken. Het zou te gek zijn om digitale stukken in papieren vorm ter inzage te leggen juist nu vrijwel elke organisatie bezig is met het maken van een digitale inhaalslag.

Men verwacht juist een digitael versie, handig voor op de website, om klanten te mailen en om bezoekers middels een digibord te informeren.

(Digibord =vergelijkbaar met een groot touchscreen tv die ingebouwd is een paneel, muur of tafel. Je staat er voor, maakt een keuze uit de keuzemenu (keuze uit de ter inzage gelegen stukken) en bekijkt het op je gemak.)

 

Heb je een link voor mij?

Ik heb je reactie hierboven gelezen maar dat gaat met name over de bekendmaking en niet over de ter inzage legging.

Dag Marian,

Dit is geen antwoord op jouw vraag, maar een vraag van mij omdat het raakvlak heeft.

Blijkbaar is het gelukt om de omgevingsvergunning bouwen bouwwerk geheel digitaal af te handelen. Graag hoor ik van jou op welke wijze jullie de beschikking naar de aanvrager ondertekenen (welke vorm van elektronische handtekening) en verzenden. Mogelijk staat het antwoord ergens op het forum want je bent er in 2011 al mee aan de slag gegaan, maar ik kan het zo 1,2,3 niet vinden. Een verwijzing is ook welkom.

Alvast bedankt,

Roos

 

Beste Marian,

Toen ik ongeveer een jaartje geleden precies die vraag stelde aan een juriste, kreeg ik van haar onderstaand antwoord. Voor mij bewijst het nog geenszins de verplichting om analoog ter inzage te leggen, maar zonder een positief juridisch advies slaagde ik er niet in digitale ter inzage legging ingevoerd krijgen.

Analoge en digitale terinzagelegging

 

Er is een onderscheid tussen ‘ter inzage legging’ van de analoge stukken en ‘de elektronische ofwel de digitale beschikbaarstelling’.

In artikel 3.8 Wro is bepaald dat op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing is, met dien verstande dat het ontwerpbestemmingsplan met de hierbij behorende stukken tevens langs elektronische weg beschikbaar wordt gesteld. In artikel 3:11, eerste lid, van de Awb is bepaald dat het bestuursorgaan het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, fysiek ter inzage legt.

Tussen deze twee bepalingen zit een wezenlijk verschil en geeft derhalve geen duidelijk antwoord op de vraag welke stukken nu precies langs elektronische weg beschikbaar dienen te worden gesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft op 2 december 2009 (zaak nr. 200901438/1 www.raadvanstate.nl) hierover als volgt geoordeeld: “Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening (Kamerstukken II 2006/07, 30 938, nr. 3, blz. 46) blijkt dat bewust is gekozen voor het verschil in terminologie en dat de wetgever ervan uitgaat dat de zinsnede “met de hierbij behorende stukken” in artikel 3.8, eerste lid, onder a, van de Wro uitsluitend ziet op het ontwerpbestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting.

De verplichting tot het elektronisch ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan omvat volgens de Afdeling in ieder geval:
* De verbeelding en de planregels.
* De bijlagen bij de planregels, zoals een Staat van Bedrijfsactiviteiten.
* De toelichting op het ontwerp-bestemmingsplan.
* De bijlagen die zijn opgenomen bij plantoelichting en die daarvan onderdeel uitmaken alsmede de geanonimiseerde zienswijzennota (vanwege de bescherming van de persoons-gegevens).

De opmerking van de Afdeling ‘de bijlagen die zijn opgenomen in de toelichting’ heeft tot gevolg dat indien in de toelichting bijvoorbeeld een lijst van bijlagen is opgenomen of wanneer wordt verwezen naar de bijlagen, al die stukken ook beschikbaar moeten worden gesteld. Dit betekent dat deze bijlagen ook allemaal op www.ruimtelijkeplannen.nl moeten worden geplaatst. Onduidelijkheid hierover kan worden voorkomen door bij de toelichting een lijst van bijlagen op te nemen en deze lijst ‘te hyperlinken’ aan het document waarin die bijlagen zijn opgenomen. Door de bijlagen in één (groot) document op te nemen, kunnen belanghebbenden de onderzoeken gemakkelijk vinden, en wordt de kans dat je een bijlage vergeet te hyperlinken en dus beschikbaar te stellen aanmerkelijk kleiner.

De elektronische ter inzage legging is derhalve beperkter dan de ter inzage legging ingevolge art. 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Volgens dit artikel moet het bestuursorgaan het ontwerp van het te nemen besluit ter inzage leggen, inclusief de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp. Stukken zoals onderzoeksrapporten die niet als bijlagen zijn opgenomen bij de planregels of de toelichting, maar die redelijkerwijs beschouwd kunnen worden als nodig voor de beoordeling van het ontwerp, moeten dus in papieren vorm wel ter inzage worden gelegd. Het is niet toegestaan om een onderzoeksrapport in samengevatte vorm of alleen met de eindconclusies ter inzage te leggen.

 

De verplichting om ingevolge artikel 3.8, lid 1, Wet ruimtelijke ordening stukken langs elektronisch weg beschikbaar te stellen behelst niet tevens de verplichting dat het bestemmingsplan in zijn geheel moet kunnen worden gedownload maar alleen dat dit langs elektronische weg moet kunnen worden geraadpleegd.

 

Conclusie:

Er geldt dus zowel de wettelijke verplichting tot de analoge terinzagelegging van de stukken alsmede de digitale ter beschikkingstelling. Er is alleen een verschil met betrekking tot de stukken die (analoog dan wel digitaal) beschikbaar dienen te worden gesteld (zie hierboven).

Wat een ontzettend goed onderbouwd advies, dank. Misschien dat door de nieuwe omgevingswet nog iets kan wijzigen.

Antwoorden op discussie

RSS

© 2024   Gemaakt door Marco Klerks.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden